Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [35]zij viel aan zijn voeten en zeide: Och, mijn heer, [36]mijn zij de misdaad, en laat toch [37]uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden uwer dienstmaagd. 35. Tot een teken van ootmoedige eerbieding. Zie dergelijke 2 Kon.4:27. 36. Alsof zij zeide: Straf mij inplaats van mijn man en al die anderen, die gij voorgenomen hebt te straffen. 37. Dat is, mij.